Alle berichten door

Myrthe Zuidinga

Mijn emoties en ik

By Ouderschap
Laagdrempelige training rondom emotiecoaching

Mijn emoties en ik

Om emoties te leren herkennen, dien je contact te maken met je lijf. Vanuit beweging, lichaamsgerichte oefeningen, leren kinderen gevoelens herkennen en benoemen.
Weten wat bij jou past om met emoties om te gaan, is voor jezelf en de ander een vaardigheid waar je op kunt bouwen. Jouw emoties en de wereld om je heen.
Jij leert sterk te staan bij samenwerking en in conflict.

Voor wie?

Meiden en jongens van 6-9 jaar

Wanneer?

Houd de agenda en de nieuwsbrief in de gaten voor de nieuwe data van de workshopreeksen die georganiseerd gaan worden.
In oktober geniet ik van een avontuurlijke reis in Australië, erna sta ik te trappelen om weer te starten met de workshopreeksen.

Locatie?

Liefsteling maakt gebruik van een mooie gehuurde ruimte in Roermond.

Investering?

Deze training bedraagt 149 euro incl een persoonlijk evaluatiegesprek.

Meer informatie

Wat gaan we doen?

In deze training gaat jouw zoon of dochter op ontdekking in de wereld van emoties.
Is het nog moeilijk om emoties te benoemen?
Is alles ‘leuk’ als antwoord op jouw vraag. Of merk je dat jouw kind het moeilijk vindt te verwoorden hoe hij/zij zich echt voelt of wat er in hem/haar omging wat de boosheid, woede of het verdriet triggerde?

Kennis van emoties, het kunnen voelen en benoemen is een belangrijke vaardigheid om in verbinding te zijn met de ander. Zo kun jij aanvoelen wat een ander wenst of nodig heeft, of wat jou positie is ten opzichte van de ander. Maar ook een ander kan jou begrijpen, meeleven met je en mogelijk geven wat jij nodig hebt.

Als die wederkerigheid er is, voelt jouw kind zich gezien en gehoord en ontstaat een binnenwereld die meer kleur krijgt! Het leren benoemen van emoties op jonge leeftijd maakt dat je je als volwassene later minder snel afsluit voor emoties als het je overvalt.

Ik verveel me

By Ouderschap

Het is zomervakantie en enkele weken zijn verstreken. Weken waarin veel ondernomen werd. Dagen thuis die in het teken staan van de voorbereiding op vakantie. Geen moment om je te vervelen, nee sterker nog, misschien wilde je wel dat je wat meer tijd had om in een tragere versnelling deze voorbereiding uit te voeren.

En nu, de eerste weken gepasseerd, ben je thuis. Even niemand om je heen. Er hoeft even helemaal niets. Als uit het niets hoor je jouw kindje vertellen: Ik verveel me. Of anderszins als het woord verveling niet wordt genoemd maar er veel wordt gevraagd naar jouw aanwezigheid, samenspel, de afleiding van een scherm tot voorstellen van spel waarvan jouw kind en jij mogelijk al aan kunnen voelen dat daar nu niet te ruimte voor is.

Verveling. Verlangen is het naar iets anders uitkijken dan wat er is. Het is de kunst om in het verveling jouw kind niet te helpen door weer wat mogelijkheden aan te bieden. Het erkennen van een verveeld gevoel is dat je als ouder mag doen. ‘Ik hoor of zie dat je je verveelt.’ Het gevoel van verveling en het verlangen naar iets anders verdwijnt als je je kind kunt laten. Dus geen suggesties aandragen of al voor het kind kiezen en hem iets aanreiken.

Waar het ene kind het niet erg vindt om verveling te ervaren en zelf nagaat waar de behoefte werkelijk ligt, is het andere kind makkelijk te vangen voor continue afleiding. De invulling van een scherm, van de aanwezigheid van een ander zodat het weinig alleen hoeft te spelen en te bedenken wat te doen, kan dit kind overvallen worden door een gevoel van niets. In ene keer sta je stil, staan gedachten en verlangens op een lager pitje en hoef je in je lijf, in je hoofd niet door en aan te staan zoals je dat in het dagelijkse ritme wel bent. Als een kind weinig afschakelt kan hij overvallen door een gevoel van radeloosheid. 

Wat je jouw kind mee mag geven, is dat verveling nu misschien heel onprettig voelt. Het is een mogelijkheid om eens echt te voelen waar je in jouw lijf behoefte aan hebt. Samen kun je afstemmen in wat mogelijk is om in die behoefte te voorzien. Om te leren dat je met niks om je heen tevreden kunt zijn. Dat je kunt staren, observeren, sorteren, wat knutselen in een lagere versnelling jezelf ook kunt vermaken.

Als je jouw kind comfortabel wil laten worden met verveling heb ik een belangrijke vraag voor jou: hoe comfortabel ben je zelf met verveling? Mag jij van jezelf niksen of komt een scherm, muziek of klusje dan al snel om de hoek kijken om toch bezig te zijn? Jij bent het voorbeeld van jouw kind. Als jij je prettig gaat voelen om in een lagere versnelling dit moment voor te leven voor jouw kind, kan jouw kind de kunst afkijken bij jou en zal verveling steeds minder onprettig worden.  

Jongens stoeien, duwen en slaan. Hoe laat je dit als ouder veilig gebeuren?

By Ouderschap

Jongens. Ze ravotten samen. Ze spelen samen. Ze stoeien samen. Ze botsen tegen elkaar op. Ze maken overal een wedstrijdje van. Jongensgedrag. Ze nemen risico’s die wij als ouders mogelijk als gevaarlijk kunnen zien. Geven we ze als ouders nog wel de ruimte om zich fysiek uit te dagen? Wat leuk begint, eindigt vaak toch in minstens één gewonde, rit naar de ‘eerste hulp’ of een vlaag van verwijten.

Lichaamsbewustwording

Er komt een fase waar jongens doorhebben dat ze fysiek uitgedaagd willen worden. Dat ze doorhebben dat kracht in hun lichaam schuilt. Ze bewegen liever, zijn meer met hun handen bezig dingen te maken dan dat ze hun mond gebruiken. Het is belangrijk dat ze zich bewust zijn van de afstemming van deze krachtsinspanne. Ze mogen hun lichaam beter leren kennen, een krachtmeting. Het bepaalt de positie van de jongens in een groep. Het biedt de jongens sociale veiligheid. Ravotten is een manier waarop jongens dit doen. Ze leren hun lichaam en eigen grenzen kennen. Ze leren zich te verhouden tot een ander. Ze testen elkaars doorzettingsvermogen. Omgaan met verlies. En als cadeau inbegrepen ook een stuk verantwoording dragen mocht de krachtsinspanne uit de hand lopen en verontschuldigingen leren aanbieden. Het wederzijds vertrouwen blijven respecteren.

Wanneer grijp je in

Als je jongens ziet stoeien, kan dat ingaan op een stukje zorgdragelijk moedergevoel. Je kind willen behoeden voor pijn. Voor falen. Het willen behoeden wanneer stoeien overgaat tot echt fysiek geweld en pesten. En mogelijk heb jij een wenselijk beeld dat er in de opvoeding niet wordt geschopt en gestoeid, dan ben je in conflict met je eigen opvoedideaal. Wanneer stoeien steeds uit de hand loopt, is het belangrijk dat je samen met jouw kind afspraken leert maken over wat toelaatbaar is. Hoe je je gedraagt in een stoeipartij. Dat zijn vaardigheden die jongens spelenderwijs moeten leren maken.

Veiligheid bieden bij het ravotten

Om grenzen aan te kunnen geven bij het stoeien is het van belang om duidelijk te maken dat stoeien een onderdeel is van het leren kennen van jouw jongensenergie maar dat dit altijd in veiligheid en met plezier zal gebeuren.

  • Leer je kind dat je met stoeien altijd te maken hebt met een ander en dat je verantwoording hebt over de veiligheid van jezelf en de ander. Stoeien dient gelijkwaardig te zijn en beide jongens moeten het leuk vinden.
  • Bespreek dat er grenzen zijn aan ‘stoei-gedrag.’ Schoppen, slaan en bijten is echt niet toegestaan.
  • Te allen tijde mag één van twee altijd het gevecht stoppen. Het te geven, en af te spreken stopteken, zul je dus altijd moeten accepteren en respecteren van de ander. En de ander van jou.
  • Stoeien en ravotten gebeurt altijd op een veilige plek. Niet naast een sloot, een fietspad, op een hoogslaper, bij de trap, in de auto etc.

Jongens leren door te proberen. Daar mag ruimte voor zijn. Zo ontwikkelen jongens zich en dat komt later in het volwassen leven goed van pas.

Zelfvertrouwen, weerbaarheid en zelfwaardering, is dat allemaal hetzelfde?

By Ouderschap

Wens in het moederschap
Als ik denk aan een grote wens rondom het moederschap wat ik mijn zoon graag meegeef, is dat hij lekker in zijn vel zit en met vertrouwen elke dag leeft en beleeft. Als ik daarin nog even verder mijmer dan komen er woorden naar boven als dat hij assertief is om voor zichzelf op te komen, hij stevig in zijn schoenen staat en dus uitdagingen durft aan te gaan en zelfstandig is. Durft op eigen ideeën te leunen en nieuwe ervaringen wil aangaan.

Ik denk aan het zelfvertrouwen dat ik een tijdje zelf gemist heb. Hoe dat mijn zelfbeeld naar beneden bracht en hoe die eigenwaarde neerwaarts ging.
Zo niet. Is wat ik denk.

Zelfvertrouwen, wat is de basis van dit vertrouwen?
Er zijn veel begrippen die genoemd worden rond dit thema en die elkaar aanvullen. Begrippen die opzichzelfstaand net iets anders betekenen en een fundament vormen voor het ander.
Het zelfvertrouwen is de mate waarin een kind in zichzelf gelooft. Het kind vertrouwt erop dat de uitdagingen waarmee het kind te maken krijgt, zal aankunnen. Kinderen die zelfverzekerd zijn, voelen dat ze er toe doen. Dat er van ze gehouden wordt door hun omgeving. Dat ze gezien, gehoord, gewaardeerd worden om wie ze zijn.
Wanneer dat zelfvertrouwen soms wat deukjes krijgt, kan dit gevolgen hebben voor het zelfbeeld. De manier waarop je kijkt naar jezelf. Niet alleen in hoe je eruit ziet en daar zonder oordeel naar kunnen kijken, oordeelloos kunnen aanschouwen hoe je er uit ziet. Maar ook hoe je doet, of juist niet doet. De niet-veroordelende focus hebben naar jezelf toe, laat je groeien in je zelfwaardering. Wanneer jouw zelfbeeld een realistische afspiegeling is van hoe je denkt, handelt, voorkomt dan is de kans groot dat jouw kind een gezonde dosis zelfvertrouwen heeft en dit ook uitstraalt.

Wat ik van ouders terug hoor wat ze vertellen is dat het zo fijn is als hun kind weerbaar is. Er wordt hier vaak gedacht aan kunnen blijven staan. Opkomen voor jezelf. Weerbaarheid is meer dan dat. Dit gaat over het op komen voor je eigen wensen, grenzen en behoeften. Daarbij rekening houdend met de wensen en grenzen van een ander. De interactie met de ander is hier van belang. Weerbaarheid is het vermogen om jezelf te ontwikkelen, ook in moeilijke omstandigheden. Wanneer jouw kind het zelfvertrouwen heeft om te geloven in zichzelf en dat uit zal stralen dan heeft dat effect op samenwerking. Je kind durft vertrouwen te hebben in anderen, op anderen.
Je kunt spreken dat jouw kind veerkracht bezit. Het vermogen om te herstellen van stress of tegenslag. Niet het hoofd laten hangen, zichzelf veroordelen maar de tegenslag durven zien als leerles. Op een positieve wijze nogmaals proberen, verder gaan en toekomstgericht durven kijken. Veerkracht zit in tegenstelling tot weerbaarheid in jezelf. Het is een intern proces over deze omgang met tegenslagen en emoties.

We praten over zelfvertrouwen. Je bedoelt mogelijk de weerbaarheid. Maar het een kan niet zonder het ander. Ik snap je. Hopelijk heb ik je op weg geholpen deze begrippen te verduidelijken.

‘Stop hou op!’ …en toch gaat je kind door..

By Ouderschap

5 tips om jouw kind te leren luisteren naar grenzen


Mijn kind luistert niet!
Wat ik ook doe.

Kinderen leren.
Elke dag.
Van alles en iedereen om hen heen.
Daar horen grenzen bij.
Grenzen betreffende veiligheid en persoonlijke grenzen.

Als een vriendje of jij als ouder een grens stelt, is daar een reden toe.
Als jouw kind die grens niet accepteert is daar ook een reden voor.
Om jouw kind te mogen leren over de waarde van een grens, de onderliggende boodschap en het leren luisteren naar elkaar, mag je jouw kind meenemen in de onderliggende emoties van dit onaangename gedrag.

Voor veel ouders is het herkenbaar. Help, mijn kind doet gewoon waar hij zin in heeft. Wat kan dat een machteloos gevoel geven ondanks dat je mogelijk al zoveel hebt geprobeerd. Afspraken maken, rustig gebleven, nabijheid geboden en toch…ging hij door.
Als een grens niet wordt geaccepteerd en het gedrag zich blijft herhalen, je kind luistert niet, dan wil dat zeggen dat er iets in hem niet fijn is. Er is een onderliggend verlangen, wens dat zo sterk is, dat hij gewoonweg niet KAN luisteren naar je.

Jouw kind heeft je hulp nodig. Samen mag je kijken naar de grote emoties, getriggerd door de onvervulde behoefte of het verlangen die zijn gedrag sturen en bepalen. Hij heeft er nog geen woorden voor, dit gaat voorbij de taal.
Als een kind je uitdaagt, is zijn grootste wens om meer verbondenheid te ervaren. Dit is alleen zijn onhandige manier om dit kenbaar te maken.

Tips om jouw kind bij te staan bij boosheid en onmacht

Om je kind te helpen woorden te geven aan het onderliggende verlangen, kun je hem bijstaan.
– Als ouder mag je de rust blijven uitstralen en behouden om een zo open en veilige plek uit te stralen om je kindje te helpen.
– Wanneer je kind wil schoppen, slaan en bijten, begrens je het fysieke gedrag. Benoem duidelijk wat je ziet en wat je wenst. Pak de arm van je kindje en vertel: “Slaan doet pijn. Ik wil niet dat je slaat.”
– erken de gevoelens en verlangens onder het gedrag van je kind. Gevoelens benoemen, zorgt voor herkenning. Je kind voelt zich gezien. Vanuit die veilige plek zal je kind makkelijker meewerken.
Gevoelens benoemen kan bijvoorbeeld door te zeggen: ‘ik zie dat je…erg boos bent. Klopt dat?” Of “het lijkt alsof je wil duwen, gaat het niet eerlijk?”
– Nadat je als ouder woorden hebt gegeven aan de emotie, kun je je kind helpen sturing te geven aan wat je beter zou kunnen doen.
“Je kunt me vertellen wat je wil, ik kan je helpen.” “Ik zie dat het je verdrietig maakt  hoe kan ik je helpen?”
– de boodschap die je je kind mee wil geven, is dat emoties er mogen zijn. Dat het oké als je je buitengesloten voelt. En soms, zijn die emoties zo groot, daar mag je hulp bij hebben.
Wat ben jij als ouder blij dat je kind zich veilig en vertrouwd bij je voelt dat je kind kon laten zien hoe hij zich voelde.

Als ouder kun je jouw kind helpen door woorden te geven aan het gedrag wat je ziet. Echter, de juiste bewoording van de gevoelens er onder, kunnen suggestief ingevuld worden door jou maar berusten op een eigen interpretatie.
Alleen jouw kind weet wat hij voelt.

Je kind leert eerst de basisemoties als angst, boos, verdriet en blij te herkennen. Met de emotionele groei van je kind wordt de diversiteit aan emoties ontwikkeld. Gevoelens als teleurstelling, eenzaamheid of oneerlijkheid worden bekend. Wanneer je kind ouder is, probeer dan minder voor je kind in te vullen en hem meer regie te geven bij het benoemen van emoties.

Als negatieve emoties er mogen zijn, gaan de gevoelens weer weg. Als negatieve emoties onderdrukt moeten worden, worden ze groter en groter!
Je kunt je kind helpen door er te zijn. Te luisteren naar wat je kind wilde vertellen. Het werk zit hem in het leren omgaan met die boze, angstige, oneerlijke gevoelens.
Dat is hard werken, elke dag weer.
Met een prachtig cadeau voor jouw kind: hij mag er helemaal zijn zoals hij is.

Waarom straffen vaak averechts werkt.
Daar lees je de volgende keer over.

Alle liefs,

Myrthe

Help, wat voel ik?

By Ouderschap

Herken je het als ouder, je kind kan opeens omslaan in de emoties.
Waar er net nog niets aan de hand leek, slaat de stemming om en lijkt er een bom gebarsten te zijn.
Tranen, frustratie, schreeuwen.
Voor elk kind kan dit er anders uitzien.

“Het is niet eerlijk!”
En dan hoor je jouw kind benoemen: ‘je bent echt heel erg stom!” of ‘Nee, nee, nee. Het is niet eerlijk!”
Van binnen borrelt de emotie. De lava is misschien uit de vulkaan gespoten maar de reden van de boosheid is nog niet aangekaart. Dat hoeft ook niet.

Als ouder willen we graag ons kind uitleggen wat er gebeurde, waarom dit zo verliep of welk gedrag gewenst was. Echter, bedenk eens zelf: waar heb je zelf de meeste behoefte aan wanneer je boos bent? Is dat een verklaring en uitleg over dat wat gebeurde? Is het misschien een knuffel, genegenheid?

De 4 basisemoties
Een kind kun je leren om emoties te herkennen.
De boosheid is een van de 4 basisemoties die er zijn.
Naast boosheid hoort ook verdriet, angst en blijdschap hierbij.
Onder deze basisemoties liggen zeer veel andere emoties verborgen waarvan jouw kind gedurende ervaring ook gaat leren. Want wat is vertrouwen, erkenning, eenzaamheid of kalmte?

Wanneer je als ouder de emoties wat je ziet en ervaart bij jouw kind terugkoppelt aan je kind, worden er woorden gegeven aan dat wat gevoeld wordt.
Zo sta jij als ouder aan de basis van de emotionele ontwikkeling van jouw kind. Jouw kind spiegelt jou, leert van jou, handelt zoals jij. Hoe mooi is het als jij als ouder daarin op praktische wijze aan kan bijdragen.

Hoe help jij jouw kind?
Een eerste stap is het benoemen van de emotie bij je kind.
In het geval van de driftbui mag je jouw kind, naast het bieden van de genegenheid vertellen dat je ziet dat je kindje boos is. Alleen deze woorden zijn al genoeg. Jouw kind zal voelen dat die emotie er mag zijn. Dat het oké is om boos te mogen zijn. Belangrijker, je kind voelt zich gezien. Met alle emoties die het soms in zich heeft.

Jij benoemt de emotie, jouw kind reageert
Als een gesprek mogelijk is, kun je op suggestieve wijze je kind helpen de emotie te plaatsen. Zo leer je een emotie te benoemen. Want was jij als ouder echt stom of wilde je graag je zin en kreeg je die niet? Door je kind te helpen in woorden te vangen wat er mogelijk speelde, kom je achter zoveel meer lagen van emoties.

Eerst aan de hand meegenomen om later steeds meer zelf emoties te kunnen benoemen.
De ontwikkeling en groei van jouw kind, dat blijft wonderlijk!

Liefs,
Myrthe

Wilde waaghals

By Ouderschap

Je rent.
Je vliegt.
Je valt en bent immer geliefd.

Je fantaseert.
Je ontdekt.
Je breekt en bent weer opgewekt.

Een wilde waaghals. De doener.
Ik hoor je jouw kind omschrijven als een enthousiasteling die in een goede bui de vriendjes om zich heen heeft lopen.

Maar ook het kind dat zich aangedaan voelt bij het mislukken van een taak. Als het niet is gelukt zoals hij had gewild. Het zo graag goed willen doen.

Gevoelig.
Voor de sfeer om hem heen. Jouw kind die de gangmaker kan zijn maar ook de troostende schouder. Of diegene die net iets te fel een duw uitdeelde en met z’n staart tussen de benen weer terug komt lopen. De situatie ontvlucht. Want dit bedoelde hij toch niet. Niet op deze manier.

Herken je ze?
Deze kinderen.
Ik praat in een hij-vorm omdat ik thuis een enthousiaste doener heb. Maar evengoed kunnen dit de meiden zijn. Die mee gaan op ontdekkingspad. Die proberen en leren.

Een ding hebben alle kinderen gemeen.
De emoties zijn groots.
De gevoeligheid van de kinderen maakt dat de woede groots is als dat gevoeld wordt. Het gevoel van onrecht onoverkomelijk. De blijdschap intens. En de scheiding tussen deze emoties flinterdun.

Hoe fijn is het als niet de omgeving om deze energieke kinderen wordt aangepast en omkleedt zodat zij kunnen zijn wie ze zijn.
Zij mogen aan het roer staan van hun emoties. Zij mogen hun emoties herkennen, benoemen en weten wat passend is in de situatie die er is.

Het energieke kind!
Voor jou!
Ik ben er voor jou.

Jouw emoties herkennen.
Hoe mooi is het als jij in een groep met andere energieke kinderen kan samen werken. Op zoek naar jouw eigen handleiding van jouw motor. Jezelf herkennen in de ander. Want jij bent niet anders. Niet anders dan anderen. Jij bent uniek, met jouw eigen motor.
Samen leer je jouw grens aangeven. Elkaars grens respecteren. Je hoeft niet altijd AAN te staan. Doodvermoeiend is dat zelfs. Maar heb je enig idee hoe je tot rust komt? Hoe fijn het is als de motor uit kan staan.

Je hoeft niet te bepalen. Te willen bepalen. Ieder kind heeft eigen ideen. Eigen behoeften. Dat kan soms lastig zijn. Jouw zin niet krijgen. Te moeten wachten. En ook dat mag je leren. Want dat is wat samenwerking is.

Doen!
Dat gaan we doen.
Samen.
Met elkaar.
Vuur. Aarde. Touw. Stokken.

Ik heet je welkom!
4 workshops voor het energieke kind!
4 middagen met elkaar.

Zie ik jou?

Liefs,
Myrthe 

Ik voel de pijn, het verdriet, van dat wat je niet altijd aan de oppervlakte ziet.

By Ouderschap

De dagen lijken zich te vullen met ogenschijnlijke aanpassingen van het ‘nieuwe normaal.’
De nieuwe realiteit die steeds verandert.
Dit vraagt flexibiliteit, op zoveel verschillende manieren. Van ons allemaal.
Alleen juist die flexibiliteit is minder. Steeds minder.
De rek is er uit.

De regels raken onze kinderen op een diep niveau
Als leeuwen en leeuwinnen waken we over onze kinderen.
Onze kinderen die ons voorbeeld zijn als het gaat om flexibiliteit. Maar als het hen nu ook aantast bij het weer naar school mogen, dan is de maat vol.
De voorwaarden en regels raken onze kinderen. Op een diep niveau.
Het verdriet moet eruit. Bij ons allemaal. Opgekropt verdriet van een ingeperkte vrijheid, van verlangens die on-hold staan of niet meer zijn.
Verdriet van jezelf verliezen. Waar ligt jouw grens?

Een basisbehoefte is ‘erbij mogen horen’
Onze kinderen.
Basisbehoeften voor hen zijn rust, regelmaat en ‘erbij mogen horen’.
Kijk eens diep in jouw hart, is de behoefte ‘erbij mogen horen’ een verlangen voor ons allemaal?
Geaccepteerd worden ongeacht wie je bent. Mogen staan voor wat je wenst.
Je wordt gezien. Je wordt gehoord.
Onze kinderen groeien in deze nieuwe realiteit op in angst.
Met afstand.
En met ziekte.
Ik maak me zorgen.

Erbij horen.
Ook als je een snotneus hebt?
“Ik ga echt veel beter opletten want anders moet de hele klas in quarantaine.” Kinderen worden verantwoordelijk gesteld voor de gezondheid van de klas, voor de dierbaren om ons heen.
De klas binnenlopen en de handen desinfecteren lijkt normaal te zijn geworden.
Een kind complimenteren dat hij het zo goed weet dat je ‘moet’ hoesten in de elleboog.
Wat gebeurt er met een kind waarvan ouders niet willen dat het getest wordt?
Je hoort er niet meer bij.

Delen en verbinden is nu zo belangrijk!
Wat doen we met onze kinderen?
Wat geven we hen mee?
Mijn lijf voelt NEE. Het is genoeg. Voor onze kinderen.
Voor de toekomst. In verbondenheid met elkaar.
Delen en verbinden is nu zo belangrijk.
Niet meer wegcijferen voor de nieuwe normaal. Niet meer aanpassen aan dat wat over jouw grens gaat. Voor een gezonde ontwikkeling mogen we onze kinderen de basisbehoefte geven die we onszelf allemaal wensen.
Je wordt gezien. Jouw unieke zelf, jouw talenten, jouw eigenheid. Je wordt gezien.

Ik ben er voor je!

mijn-missie-myrthe-zuidinga

De woorden die je zegt, neem je mee.

By Ouderschap

We zitten samen te kleuren. Iets wat mijn energieke avonturier niet het allerleukste vindt maar de tekening voor Vaderdag moet worden zoals hij wil.

Driftig zie ik de stiften bewegen. De lippen ferm opeen gedrukt en zijn ogen verlaten het papier niet. Een doel. En een taak.

Maar ook, in zijn hoofd een verlangen iets te tekenen wat hem niet lukt. Wat hij op zijn leeftijd en met zijn tekenervaring niet voor elkaar krijgt. En dan hoor ik het: “ik kan het niet. Het lukt me niet.

Ik stop. Ik kan het niet.”

Boos worden de stiften weg gegooid en nog net kan ik de tekening redden van de grijpgrage handjes die de tekening anders hadden verscheurd. Mislukt.

In zijn ogen.

Ik zie teleurstelling. Ik hoor: ik kan het niet.

Een dikke knuffel is de start van een gesprekje dat begint met een compliment. Dat ik het zo knap vindt dat hij zo ijverig kan werken aan een tekening.

Hij kijkt op. Maar is nog niet overtuigd van het feit dat wat hij doet al hartstikke oke is.

Een voorbeeld op de dag waarin gevoeld word: ik kan niet uitvoeren wat van me gevraagd wordt of wat ik mezelf als doel stel.

Wanneer kinderen iets niet kunnen in dit geval, betrekken ze het vaak op zichzelf. Op hen als persoon. Ik als persoon kan het niet. En dat knaagt aan het zelfbeeld. Aan hoe kinderen over zichzelf denken. Er is in dit geval niets met mijn avonturier, het lukt hem niet te tekenen wat hij wenst.

Ik leer mijn zoon, de kinderen om mij heen, de kinderen die ik zie in mijn coachingpraktijk om te zien wat er NOG niet is. Voor nu lukt dit niet, maar hoe ouder je wordt of wanneer je oefent, kun je altijd beter worden, meer kunnen dan je nu denkt.

Naast dat de kinderen een levensles mee krijgen in het niet zien als een persoonlijk falen maar in taakgericht leren, leer ik ouders ook. De mate hoe jij als ouder met een tegenslag, leermoment om gaat, is wat kinderen zien. En dat wordt gekopieerd. Probeer voor je kind te laten zien dat je door kunt gaan, nog een keer porberen. De lat niet te hoog leggen maar in kleine stapjes komen tot wat je wilt leren en kunnen. Het doel lukt je NOG niet. Maar vier de resultaten van elk klein stapje er naar toe.

Wat een vreugde gun ik jou en gun ik jullie! Hang de slingers maar alvast op!

Knuffelen; omdat je bestaat!

By Ouderschap

Je wordt geboren; je komt snel op de borst bij mama te liggen.

Wat ben je klein, kwetsbaar, geliefd en zo puur. Op mama’s borst kom je tot rust. Je hoort de rustige hartslag, je voelt mama’s huid en ruikt haar geur. Je bent thuis.

Zo wens je de start van een ieder mens.

Geborgenheid van de borst. De veiligheid, de geruststelling, de warmte en genegenheid is nergens zo aanwezig dan in dit moment.

En hoe vaak zie je niet kindjes nog even bij mama terugkruipen op schoot als ze zelf op ontdekking zijn geweest. Even weer terug naar de veilig basis, naar mama’s schoot, papa’s armen.

Zo zoekt een kind in elke leeftijdsfase op zijn manier nog die veiligheid op. Knuffels, kusjes, verbonden door communicatie of alleen een aanraking.

Het geven van knuffels als ook het ontvangen van knuffels levert zoiets onaantastbaars op als levensenergie. Geborgenheid. Veiligheid. Verbondenheid. Zowel bij jou als bij mij wordt dit fijne gevoel van knuffelen op gang gebracht door de hormonale lekkermakers als oxytocine.

We doen er toe, om te geven en om te mogen ontvangen.

Een grotere paradox kan ik me dan ook niet voorstellen als we tegenwoordig komen met termen als ‘anderhalve-meter-samenleving’, we geen handen meer mogen schudden of dus een knuffel geven aan elkaar, niet meer op bezoek mogen bij onze naasten… Het raakt me, iets dat van onschatbare waarde is voor ons allen, knuffelen, lijkt ineens vreemd te zijn.

Welke boodschap geven wij onze kinderen mee? Wat dit met ons doet als volwassenen kunnen we voor onszelf verklaren, verantwoorden en stil aan constateren. De verbinding missen, warmte missen, een eenzaam gevoel dat het mij oplevert.

Wat dragen we hiermee over aan onze kinderen? De kinderen die nu groot gebracht worden met goedbedoelde regels als: ‘niet knuffelen met de juf’ of ‘klim maar niet bij opa op schoot’.

Knuffelen, daar waar ik wens dat we allemaal groot mee worden, dat wat zo’n basisbehoefte is, mag niet meer.

Wat leren wij onze kinderen? Hoe geïsoleerd, eenzaam, angstig, alert, alleen zullen zij zich voelen?

Ik knuffel er op los, met mijn zoon. Samen. In gedachten sla ik een arm om mijn eigen schouder. Je doet het goed. Voor hem. Voor jullie samen. In de hoop dat de knuffels nooit maar dan ook nooit vergeten gaan worden!